Geschiedenis
De Langestraat is altijd één van Brugges belangrijkste poortstraten geweest en zelfs letterlijk de langste, al van in de Middeleeuwen, toen ze tot een flink stuk buiten de stad leidde, naar de aloude verkeersweg Oudenburg-Aardenburg toe. De meeste zijstraten bestonden dan ook al, hoewel het een zeer groene buurt was vol weiden (vandaar o.a. nog de straatnaam 't Bilkske), waar het Vuldereitje doorheen meanderde, van Sint-Kruis tot aan de Molenbrug.
Vanaf 1297 kwam deze straat binnen het centrum te liggen, toen Filips de Schone de tweede grote stadsomwallingen van Brugge verordende, met de Kruispoort als één van de imposante sluitstukken daarvan.
De Kruispoort werd gebouwd in 1297-99, opnieuw in 1366-67, en tenslotte nog maar eens in 1402-1406, maar gaandeweg afgebroken vanaf 1482 (buitenpoort met ophaalbrug definitief in 1760). Volgens Duclos was het de mooiste van alle Brugges versterkingen, de enige trouwens in Brabantse witsteen.
Napoleon kwam er met Marie-Louise Brugge binnen op 18 mei 1810. De Duitsers een dikke eeuw later, met heel wat méér volk. Tegen de Bapaumestraat aan, werd in 1362 het gasthuis-hospitaal ter Kolomme gesticht, met kapel, dat echter later zou opgeslorpt worden door het 13de eeuwse Sint-Obrechtsgasthuis aan de overkant.
Dit “kleine broertje” van het oude Sint-Janshospitaal werd gerund door Begijnen, die echter op hun beurt plaats moesten ruimen voor het nieuwe Kartuizersklooster, dat daar opgericht werd nadat Albrecht en Isabella gronden en toebehoren aan de Kartuizers schonken in 1609. De Kartuizers hadden hun klooster te Sint-Kruis (Genadedal) in 1578 moeten verlaten, toen het gesloopt werd om de naderende Geuzen geen versterkingen aan de rand van deze stad te gunnen.
Het nieuwe Kartuizersklooster raakte al klaar in 1653, maar de Heilige Brunokerk pas in 1774-76, een paar jaar slechts voor de Kartuizersorde werd opgeheven door Jozef II in 1783. Militairen namen de gebouwen, inclusief de kerk, in gebruik voor graanopslag, een militair hospitaal en een school voor kinderen van militairen. Vanaf 1835 werd één en ander verbouwd, bij de installatie van een cavaleriekazerne hier, maar de kerk bleef tot op de dag van vandaag bestaan, nu ze als assisenzaal werd heringericht bij de nieuwe gerechtsgebouwen.
De aanwezigheid van een volumineuze kazerne (van 1835 tot 1965) zorgde ervoor dat toen vrijwel achter iedere deur een gelagzaal stak, waar de cavalerie zonodig zelfs zijn paard mee naar binnen kon nemen. Kwatongen hadden het ooit ook over een “calvarie”, doelend op het aantal staties tussen het stadscentrum en Sint-Kruis, maar zelfs vandaag nog overtreft het aantal stopplaatsen de Bijbelse 14. In de Vuldersstraat alleen al waren er ooit zelfs 31 cafés (1902). Wel is er enige sleet gekomen op de volkse “gewone cafés”, vooral toen de Brugse Justitie haar gerechtsgebouwen van het ene uiterste van de Langestraat/Hoogstraat naar het andere verhuisde, zie maar de nieuwe cafénamen hier als Hof.
Voor het zover kwam, en meer bepaald in de naoorlogse decennia van vorige eeuw, was de Langestraat een beetje tot een lang sukkelstraatje geworden. De laatste jaren werd er echter fenomenale vooruitgang geboekt. Eerst met de dubbele brug aan de Kruispoort. Daarna met de invoering van het verkeerslussen-systeem, waarbij de Langestraat vanaf de Ring naar het Centrum voert, en aan beide zijden excellent-aanvullende in- en afvoerwegen telt. En tot slot kwam er de totale heraanleg naar Brugs model, een klus die niet van vandaag op morgen werd geklaard maar waarover nog heel wat langer positief zal gepraat worden. In de Kruispoort bevond zich jarenlang een obscuur oorlogsmuseum.Voortaan komt men Brugge binnen ter hoogte van één van haar vier resterende poorten, vlakbij de molens, het Gezelle-kwartier en de mooie Kruisvest, die nu niet langer de bijnaam “Verloren Hoek” verdient.
Straks opent zich hier – terecht – een geheel nieuwe toeristische ader, die recht naar het hart van Brugge leidt, en die zelfs vandaag (alweer) enkele hotels telt. Want de horeca is hier op z’n compleetst aanwezig, met een aanbod van gedeelde jeugdhotelkamers tot presidentiële suites, dat verder varieert van frituur tot driesterren-restaurtant en van authentieke volksstaminee tot kunstcafé, rocktent, nachtelijke jazzkroeg met live-optredens en zelfs een heuse concertzaal . Maar het meest verrassende toch wel, is de reuze keuze in handelszaken, dienstaanbod, banken en shoppingfaciliteiten. Nu had de Langestraat sinds jaar en dag
De 100 jarige stootkar die gebruikt wordt o.a. bij de bevlagging van de Langestraat-Hoogstraat is weer in gebruik genomen na een grondige restauratie door Dhr. Jozef Phlips (ex-buurtbewoner). Jozef Phlips, geboren 18 februari 1928 in de Hooistraat, groeide op in het Langestraat buurtschap. In 1943 begon hij als carrossier te werken in de garage Vandenabeele en was sedert 1956 zelfstandig garagist in de St.Andreaslaan te Beernem. Naar eigen zeggen is het de liefde voor het werken met oude materialen en de nostalgie die hem deed besluiten de oude stootkar te restaureren.
De Kruispoort langs de Brugse Vesten wordt voor 66 jaar de thuishaven van de Brugse schermgilde De Hallebardiers. De gilde zal in ruil voor het gebruik en het onderhoud van het historisch monument jaarlijks één euro betalen aan de stadskas. Het stadsbestuur gaat akkoord om éénmalig een bedrag van 25.000 euro te schenken voor de werken die nog aan het gebouw moeten worden uitgevoerd. De overeenkomst loopt nog tot in 2072.
Er liep zoveel volk door de Langestraat Hoogstraat dat je fysiek contact met wildvreemden gewoon niet kon uitsluiten. De tepels priemden om de haverklap in je rug nog voor je kon zien wie de ongelukkige bezitters ervan waren. Misschien moeten de organisatoren volgend jaar de mogelijkheid openen om blokslenteren in te voeren, naar analogie met het blokrijden op de autosnelweg om files te vermijden.
De mensen uit de Langestraat-Hoogstraat zoals u ze nog nooit te zien kreeg: in vol ornaat (stijl jaren ’30) uitgedost om uit de bol te gaan in het kasteel van Moerkerke ter ere van 75 jaar handelsgebuurtekring. Tot in de vroege uurtjes werd er stevig gegeten, gedronken, gedanst en klonken lachsalvo’s door de zondagnacht.